Uitrijroute
Korteven
Finale
Wouwse Tol
Afstand
104

Naar Vlake om kilometers te Make...

Het laatste weekende van september kenmerkt zich op zaterdag al door natte omstandigheden. Daags tevoren vrees ik dat we de bijna 100 km lange rit niet zullen rijden. Maar als ik om half acht de buienradar open lijkt dat zeker in de ochtend erg mee te vallen. Nabij zwembad de Schelp staat tegen negenen al een groepje met ongeveer 20 leden te wachten en zodra de laatsten zich hebben gemeld worden we door Rene nog gebriefd met de laatste informatie over de rit. We zullen i.v.m. modder en steenslag op de wegen in de Bathpolderen de Hinkelenoordpolder opnieuw geen finale Ossendrecht rijden maar via Huijbergen naar de Wouwse Tol. Achtereenvolgens komen Arjan, Richard en Daan aan 't woord met nog een klein intermezzo van mezelf..

26 september, 2010 – rit via Vlake

Het was nog stil in huis, deze zondag ochtend tegen half acht, toen ik beneden een paar boterhammen zat op te eten. Buiten was het nat, al regende het niet meer. Het blad aan de bomen in de tuin begon al te verkleuren. De herfst was echt begonnen nu. De thermometer gaf 8 graden aan. Een kleine rilling liep over mijn rug. “Wat sta je naar buiten te kijken?” Het was Hilde, die naar beneden was gekomen, “Ga je fietsen, pa?”. “Ja, natuurlijk!”, zei ik stellig, meer om mezelf te overtuigen dan mijn dochtertje. “Kijk daar, blauwe lucht”, en ik wees naar een klein, fragiel stukje blauw tussen heel veel wit, grijs en donkergrijs. “Waar fiesten jullie naar toe deze keer?” “Naar Vlake, dat ligt in Zeeland”. Ze was even stil. “Is dat niet heel ver weg? Dan moet je toch met het vliegtuig?” Oja. Gisteravond had ik met haar nog even haar wereldbol bekeken. Australie en Nieuw Zeeland hadden indruk gemaakt, wat daar liepen ze onderste boven. Ik lachte Hilde toe. “Welnee, da’s gewoon een eindje die kant op” en ik wees naar het westen, waar het kleine, blauwe stukje lucht inmiddels weer verdwenen was. “Nou, zet ‘m op dan. En doe je best!” En weg was ze weer.

Rond kwart voor één stapte ik weer de woonkamer binnen. Hilde rende op me af voor een knuffel ... maar schrok terug van alle modderspetters. “Heb je expres door de plassen gereden?” was de eerste vraag. En zonder het antwoord af te wachten “Heb je gewonnen?”. Ik ging aan tafel zitten en na enige aarzeling kwam ze naast me zitten. “Nee, ik heb niet gewonnen, maar wel een mooie tocht gefietst.” Hilde leek even teleurgesteld, maar vroeg toen nieuwsgierig: “Hoe was het dan?” Ik vertelde. “We vertrokken rond 9 uur. Maar eerst hadden we afgesproken dat we het laatste deel van de route, waar we de finale fietsen, anders zouden rijden omdat daar te veel modder op de weg lag.” Hilde keek me aan en keek nog een keer naar de modder op mijn blauw-witte fietspak. “Dat heeft dan niet veel geholden, he?” Ik lachte haar toe. “Nee. Door de plassen op de weg zijn we toch vies geworden. Maar goed. Toen we vertrokken was het droog en was er weinig wind. Al snel reden we door het wijdse, lege Zweeuwse land. Al snel had er iemand een lekke band, en toen nog één, en nog één. En na een kilometer of 30 stonden we in een polder een stukje voorbij Yerseke met twee lekke banden en 2 man een stuk verderop in de bus. Gelukkig was er een aardige boer die ons kwam helpen met het oppompen van alle banden. Na een korte stop reden we verder en draaiden we terug richting Brabant. Het was nu wat harder gaan waaien dus was het stevig doorfietsen langs de dijk bij Bath. Je weet wel, waar we weleens boten gaan kijken.” “Waren er nu grote boten?” “Weet ik niet, hebben we niet gezien.” “Zijn jullie dan niet even de dijk opgeklommen?” “Nee. Dat doen wielrenners niet.” “Zonde, pap!”

“Maar goed. Via Huijbergen kwamen we bij het laatste deel van de rit. Ik reed mee met de B-groep, deze keer aangevuld met een aantal vaste A-klanten. Na een betrekkelijk rustige start sprong René weg en ontstond er een kat en muisspel. René kreeg een kleine voorsprong maar kon niet uitlopen, en de groep erachter deed geen echte poging hem in te halen. Tot de laatste 2 kilometer. Toen werd er fors hard gereden en kwam de moedige poging van René tot een eind. In de laatste paar honderd meter trok Corry de sprint aan, waarna Richard met een hoog tempo overnam. Piet en ik geloof Lars reageerden nogwel, maar konden Richard niet meer inhalen. Die won dus.” “En jij, pap?” “Ik werd 4e of 5e.” “Dan kreeg je zeker geen medaille?” “Nee. Maar die krijg je ook niet als je eerste wordt.” “Maar waarom wil je dan zo hard mogelijk fietsen?” “Tja... Oja. En bij de A-groep heeft Daan gewonnen. Dat was erg extra leuk, want hij was ook jarig vandaag”. “Hebben jullie voor Daan nog gezongen en hem ook nog een kadootje gegeven?” “Zo-iets, ja.” “Da’s dan wel lief van jullie. Ga je mee met de Lego spelen?” “Straks. Pap moet eerst even in bad.”

Arjan van Bragt

* - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - *

Samen met Joop en in het begin ook nog Rene zet ik me op kop van de groep richting Krabbendijke en Yerseke. Het blijft droog en eigenlijk is 't gewoon wel lekker fietsweer, enige nadeel is dat de asfaltwegen nog niet droog zijn en door plakkende steenslag in de eerste 20 km al 4 lekke banden worden gereden. John Mens rijdt vandaag met de bus en zet dus de nodige leden na reparatie van de lekke banden weer voor de groep af en trekt daar en heel serieus gezicht bij maar serieus is 't natuurlijk ook nietwaar?

Vanaf Krabbendijke komt de jarige Daan van Dommele mee op kop rijden om een alternatieve lus richting Vlake te wijzen. Dat lukt ook maar het smalle paadje waarover we met de fiets de weg van Kruiningen naar Yerseke oversteken is voor John met de bus natuurlijk niet begaanbaar en bovendien zitten er opnieuw 1 of meerdere leden, in elk geval Jos, met lekke banden in de bus. Zodra we vlak voor het gehuchtje Vlake zijn aangekomen stoppen we om even contact met John te zoeken die we even later langs het kanaal door Zuid-Beveland zien aankomen. Rene en Daan besluiten niet de lus om Hansweert te rijden maar naar verwachting de schone fietspaden langs de zeeuwseweg om vervolgens via Woensdrecht en Hoogerheide naar Huijbergen te rijden. Maar ook dat gaat 't niet worden want ter hoogte van Oostdijk rijden we wegwerkzaamheden tegemoet en rijden we vervolgens de route "Waarde".

Ondertussen rij ik zo'n 30 km met korte onderbrekingen op kop en dat bevalt me goed, het kost me weinig moeite. Terug vanaf Waarde gaat de noordelijke wind van opzij toch wel hinderlijk worden en zak ik wat langer en vaker terug in de groep. Op de brug bij Bath springt John van Broekhoven even vooruit en valt na 100 meter ernstig stil maar kan toch aanpikken. Zonder risico's in de bochten te nemen rijden we naar Ossendrecht waar opnieuw John van Broekhoven wegspringt om toch als eerste de streep op de Oude Dijk te passeren. Tussen Ossendrecht en Huijbergen passeren we tientallen deelnemers aan de fietstocht van de gemeente Woensdrecht, op een enkele schrikreactie na verloopt dit ordelijk. We kiezen er wel voor om, met uitzondering van de Putse Weg, zoveel mogelijk de rijbaan te gebruiken om elkaar op de smalle fietspaden van met name de Abdijlaan niet dwars te zitten.

Daar een gebrek aan effectieve trainingskilometers en voldoende (long)inhoud me nog redelijk parten spelen kies ik voor de B-finale. Dat doen trouwens wel meer jongens (en meisje) die normaal toch ook bij de A meerijden. In het begin springt meteen Rene Punt weg en blijft kilometers lang voor de groep uit zwemmen. Pas in de laatste kilometer wordt Rene onder mijn persoonlijke impuls teruggehaald waarna meteen de sprint wordt ingezet op het moment dat ik achter me iemand daar zelfs een signaal hoor geven (Jaaaaaaaaaaa!) Mijn werk zit erop, ik heb even 500 meter tegen rood gereden en ik laat lopen. Ik zie ook niet meer wat er verder vooraan gebeurd en da's maar goed ook achteraf...

Daarom laat ik hierna eerst 't woord aan de winnaar (Richard) van de B-finale, gevolgd door een bijdrage waaruit blijkt dat in de A-finale toch cadeautjes worden gegeven maar dat je daar wel wat voor moet doen: hard rijden!

Reinier Goosens

* - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - *

kan niet meer staan
kan niet meer liggen
kan niet meer lopen
kan niet meer zitten

kan niet eens meer rennen met m'n wiel
kan niet meer zwemmen
kan niet meer pianospelen (heb ik eigenlijk nooit gekund)

kan niet meer dalen
kan niet meer stijgen
kan niet meer vrijen
kan geeneens geen een stijve meer krijgen
kan eigenlijk alleen nog sacherijnig zijn

kan zondag echt niet komen

M'n rug

Dit waren de woorden waarmee ik mij een week of twee geleden zwaar gedeprimeerd afmeldde voor de wekelijkse rit.
Er was geen woord van gelogen (alleen dan dat van dat pianospelen)
Vanaf die tijd is het echt sukkelen. Ik zag langzamerhand mijn hele naseizoen in rook op gaan.
Het was op het laatst zo balen dat ik mij, ongetraind en krom lopend meldde bij de ronde van Calfven Kan mij het allemaal verd.. dan maar alles kapot. Nou dat heb ik wel geweten. 22 keer dat verdomde ding omhoog, na een rondje of wat helemaal alleen.
Ik ree hem uit maar vraag niet hoe. Afstappen nooit, dat deden een hoop van die andere maar, maar ik niet.
Het hielp allemaal niks, de rest van de week was het weer strompelen en schuifelen.
Dan maar een tijdritje, 1 rondje, hield natuurlijk niet over en na een nog slechtere week, met alle in het afmeldingberichtje geschreven symptomen, wist ik het voor deze zondag ook wel weer.
Lange rit, wind tegen in de finale, dat wordt de B, besloot ik al gauw.
Gelukkig een lekke band, wat langzamer plakken en dus zeker een kilometer of tien
in de bus. Zal ik maar lekker blijven zitten dacht ik nog, maar ja, m’n reputatie kan dat echt niet meer hebben, die is dit seizoen door al dat Fashion gedoe al veel te veel naar de knoppen gegaan.
Dus toch maar weer op gang getrokken.
En zo belandde ik in de B finale.
Ik denk dat al die B gasten het hebben aangevoeld en toch wat compassie met me hadden. Het bleef namelijk,op 1 of 2 kleine versnellinkjes na, lekker rustig. Ik nam toen maar het besluit om als dank daarvoor en zwaar tegen mijn gewoonte in op de kop te gaan rijden. Toen ik daar uiteindelijk was aanbeland zag ik een paar tellen later tot mijn verwondering ineens de streep onder mij doorschieten.
Jongens, dat had nou ook weer niet gehoeven, maar toch ..

Bedankt!!

Richard Snijders

* - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - *

Relaas van een jarige winnaar.

Al vlak na Jagerrust begon voor mij de finale. Na al een half uur getwijfeld te hebben besloot ik toch maar dat ik even moest plassen. De groep reed nu even niet zo hard en er waren geen andere fietsers te bespeuren in de directe omgeving, ik plas nu eenmaal graag alleen. Dus besloot ik even naar de kant te sturen. Chauffeur John was attent en een minuut later kon ik achter de bus beginnen aan een achtervolging om in ieder geval nog voor de splitsing aan te sluiten. John manoeuvreerde perfect tussen alle overige weggebruikers door. In een prima tempo brengt hij mij terug naar het peloton. Precies bij het uitrijden van Huybergen kon ik weer aanpikken.

Wel had ik dikke benen en een pijnlijke borstkas van de inspanning. Wat dat betreft had ik mij eigen kansen voor vandaag al direct in de koelkast geparkeerd. Stevig tegen de wind in trappen was vandaag geen probleem maar wanneer de hartslag omhoog ging was het direct knudde. Jammer maar helaas! Volgende week een nieuwe kans..... Gelukkig voor mij liep het toch anders. Direct na de splitsing had ik al aan mijn maat Rob laten weten dat ik me niet goed genoeg voelde. Ik besloot om te proberen zo lang mogelijk bij de groep te blijven en indien nodig Rob en mijn broer te ondersteunen waar dat nodig zou zijn. Maar Rob en vooral broer Jan Kees laten al snel zien dat zij prima benen hebben. En dus kan het gebruikelijke spel beginnen.

Eerst is het René die in derde positie al direct een gat laat vallen zodat Charl en een toevallige passant in een zwart pak voorop komen. Jan Kees ziet het even aan en besluit dan naar het duo voorop te springen waarmee de echte finale begint. Vanaf nu is het om beurten demarreren van Rob en Jan-Kees, telkens gepareerd door Charl of René. Business-as-usual zullen we maar zeggen! Ikzelf heb mij volgens plan in het wiel van René genesteld en tot mijn eigen verbazing kan ik alle versnellingen goed volgen zonder dat mijn eigen hartje op hol slaat.

Wanneer we de Westelaarsestraat opdraaien komt broerlief eens polshoogte nemen en spoort me aan om het maar eens te proberen. Maar op dat moment rijden we niet hard genoeg en René zit aan de buitenkant en rijdt te attent om hem te verrassen. Maar ik word op mijn wenken bediend: Jan Kees gaat snoeihard aan en Charl reageert direct. René kijkt het even aan en Rob drijft hem naar de linker kant van de weg en even zie ik René twijfelen. Uiteindelijk besluit hij toch het gat te dichten en in een zeer stevig maar strak tempo stoomt hij naar voren om even later neer te strijken op Jan Kees, Charl en een eerder aangesloten Joop. De snelheid ligt nu heel hoog, het juiste moment om maar te gaan!

We zitten halverwege de Westelaar en het is nog ver besef ik me al snel. Maar wie A zegt moet ook B zeggen. Weinig keus heb ik trouwens want in een sprint heb ik in deze conditie geen schijn van kans. Toch besluit ik niet volle bak te gaan. Nauwlettend houd ik mijn Polar in de gaten want de hartslag mag beslist niet boven de 170 uitkomen, liefst nog een tik of tien minder. Ik kijk nooit om maar maal met een stevig tred goed door. 41 á 42 km/uur gaat het nu. Dat moet voldoende zijn want het is nog lang.

Na enige tijd buigt het rechtsaf en rijd ik onder de hoogspanningsmasten door. De Noordoosten wind die me al die tijd lichtjes schuin achter in de rug blies komt nu schuin van voren. Gelukkig staat hij niet al te hard en ondanks de pijn in mijn borst, nog een overblijfsel van de licht griep van vorige week, blijf ik al die tijd minmaal 39 km/uur vasthouden. Voor het eerst kijk ik ook een keer achterom. De aanblik verbaast me eerlijk gezegd een beetje want het gat is aanzienlijk. Blijkbaar gunnen veel bikkels achter me een verjaardagscadeau?? Ondanks de ruime voorsprong blijf ik toch tegen maximaal aanrijden. De enige manier waarop ik het nu nog kan verknallen is wanneer ik stil zou vallen en dat moet dus niet gebeuren! Gelukkig gebeurt dat ook niet meer. Op 500 meter voor de streep realiseer ik me dat de overwinning nagenoeg een feit is en laat ik me voorzichtig uitbollen, veelvuldig achterom kijkend of er niet stiekem kapers op de kust zijn. En zo pak ik mijn eerste van dit seizoen. Een mooi start van mijn verjaardag!!

Daan van Dommele.

Theme by Danetsoft and Danang Probo Sayekti inspired by Maksimer